Evaluatie Sterk Techniek Onderwijs (STO), Rapportage 2024

22-03-2024

De vraag naar technisch opgeleide vakmensen is groot en de afgelopen jaren (2028-2024) is er mede daardoor veel inzet gepleegd (ook financieel) om het technisch VMBO te versterken onder de noemer Sterk Techniekonderwijs (STO). Het gaat om een structurele kwaliteitsimpuls die na 2024 doorgaat.

De financiële impuls is in eerste lijn gericht op het regulier VMBO maar ook VSO-scholen die een samenwerking met regulier VMBO hebben kunnen zo aangesloten zijn op de ontwikkelingen en opbrengsten. Met de extra middelen konden vmbo-scholen investeren in bijvoorbeeld machines, materialen en personeel. Bovendien kregen scholen extra middelen om een regioplan op te stellen, met als doel een duurzaam, dekkend en hoogwaardig technisch aanbod in de regio te realiseren.

Kwaliteitsimpuls

In totaal zijn 78 regio’s gevormd die heel Nederland bestrijken, met 73 techniekregio’s en 5 techniekluwe regio’s. Vmbo-scholen hebben hierbij de regie en hebben zelf – binnen gestelde voorwaarden – bepaald hoe hun regio is samengesteld en met welke regionale partners er wordt samengewerkt aan verduurzaming en een kwaliteitsimpuls van het techniekaanbod.

Enkele positieve tussenresultaten die op dit moment genoemd worden:
  • een toename van interesse in techniek onder leerlingen en een groei van leerlingenaantallen in techniek. STO lijkt daarom te hebben bijgedragen aan het vergroten van de interesse van leerlingen in techniek.
  • Gediplomeerden van technische profielen VMBO vonden de inhoud van hun opleiding aantrekkelijker, actueler en uitdagender vergeleken met gediplomeerden van niet-technische profielen.
  • Het aanstellen van contactpersonen binnen po- en vo-scholen zorgt ervoor dat duidelijk is hoe contact gelegd kan worden en waar men staat in de ontwikkeling en uitwisseling van STO-activiteiten. Het zorgt primair voor een betere borging van de regionale STO-activiteiten binnen afzonderlijke scholen.
  • Een goed regionaal netwerk van contactpersonen rondom techniekonderwijs is voor een aantal regio’s een duidelijk positief resultaat van STO.
  • de verbinding tussen po, vso en vo op het gebied van techniekonderwijs lijkt in veel regio’s versterkt. Po-leerlingen maken bijvoorbeeld kennis met techniek door o.a. doe-labs, wat zonder STO niet zou zijn gelukt.
  • de toegenomen samenwerking en verbinding tussen vmbo-scholen, zowel binnen als tussen regio’s. STO heeft bijgedragen aan het organiseren van ontmoetingen, activiteiten en inhoudelijke uitwisseling tussen scholen.
  • STO heeft ook de samenwerking tussen vmbo en mbo een boost gegeven. Hoewel deze samenwerking in veel regio’s ook nog steeds een uitdaging blijft.

Klik hier voor het volledige (en omvangrijke) rapport