Steeds bekender
De afgelopen weken kon het praktijkonderwijs zich weer in veel belangstelling verheugen. In elk geval van de politiek. Na het 2-minutendebat in de commissievergadering van OCW van vorige week waren er afgelopen dinsdagmiddag de ‘stemmingen’. Daar werden de tijdens het eerder gehouden 2-minuten debat ingediende moties over praktijkonderwijs in stemming gebracht tijdens een plenaire zitting van de Tweede Kamer.
Het 2-minutendebat kun je hier terugzien. De moties en de uitleg ervan tref je hier aan. Daarnaast heeft staatssecretaris Paul een toezegging gedaan over een nader onderzoek naar de twee jaar nazorg voor onze leerlingen (die nu steevast loopbaanbegeleiding wordt genoemd).
Inmiddels hebben we al ambtelijk overleg gehad over de aangenomen moties en de toezeggingen van de staatssecretaris. Zowel het onderzoek voor de nazorg als het onderzoek naar de TLV zijn of worden inmiddels in gang gezet. Het onderzoek naar de twee jaar nazorg is voortvarend door OCW opgepakt en binnenkort zijn hier al de eerste afspraken over met een door hen aangetrokken onderzoeksbureau. Het gesprek is in elk geval met ons als sectorraad.
Koninklijke bibliotheek
Daarnaast merk ik dat we ook buiten het praktijkonderwijs en/of het onderwijs steeds vaker gevraagd worden om iets te komen vertellen over het praktijkonderwijs. Zo ben ik benaderd door de bibliotheken en heb op een landelijke dag van de Koninklijke Bibliotheek in Delft een mooi verhaal kunnen houden over wie onze leerlingen en scholen zijn en wat de bibliotheek voor hen kan betekenen.
Ook zijn we met het Jeugdeducatiefonds bezig om te kijken of we samen met hen ook voor onze scholen financiering kunnen krijgen om onze leerlingen te ondersteunen. Het Jeugdeducatiefonds is normaal gesproken gericht op basisonderwijs, maar heeft erkend dat juist onze leerlingen vaak ook in de groep mensen vallen die met armoede te maken hebben. We hopen hier op korte termijn concreter over te kunnen berichten.
Vitale infrastructuur
Het is heel mooi om te horen en zien dat onze leerlingen en scholen steeds meer worden gezien. We mogen ook echt trots zijn op onze scholen en de ontwikkeling die we samen met de leerlingen door hebben gemaakt en de wijze waarop de samenleving onze leerlingen en ons onderwijs steeds positiever percipieert.
In dit kader vertel ik graag een kleine anecdote. Aan de vooravond van de verkiezing van de leraar van het jaar, was er voor juryleden en andere betrokkenen een diner georganiseerd (uiteraard door leerlingen, hoe anders!). Mijn tafelgenoot, die het praktijkonderwijs alleen kende uit de recente berichtgeving uit de media, zei na enige tijd: “Wat een prachtige groep leerlingen en scholen vertegenwoordigen jullie! En het mooiste van alles, is dat ze op hun eigen manier, onderdeel zijn van de vitale infrastructuur van Nederland!” En gelijk heeft ie! Daar zijn we trots op.
Ik wens iedereen een fijn weekend!
Nicole Teeuwen