speerpunten
onze speerpunten
Op onderstaande pagina’s worden 8 speerpunten van de Sectorraad Prakijkonderwijs nader toegelicht.

bekostiging 1/8
Het praktijkonderwijs is een reguliere schoolsoort in het voortgezet onderwijs. Toch wordt het praktijkonderwijs op een andere manier bekostigd dan andere reguliere schoolsoorten. De Sectorraad Praktijkonderwijs vindt dit niet terecht en lobbyt al jaren intensief voor rechtstreekse, ongedeelde bekostiging. Met succes: waarschijnlijk wordt de directe bekostiging in 2026 ingevoerd.

naamsbekendheid 2/8
Het praktijkonderwijs is nog vrij onbekend als reguliere schoolsoort in het voortgezet onderwijs. Ouders, leerlingen, maar ook veel onderwijsprofessionals zijn vaak niet goed op de hoogte van de mogelijkheden die het praktijkonderwijs biedt. Dat is jammer, aangezien in het praktijkonderwijs leerlingen worden opgeleid voor beroepen waar veel vacatures voor zijn in Nederland.

kansrijk adviseren 3/8
Het ministerie van OCW roept de basisscholen op om kansrijk te adviseren. Bij twijfel over het meest passende advies wordt een optimistische inschatting gemaakt van wat leerlingen kunnen bereiken. Er wordt overwegend positief gedacht over kansrijk adviseren. Toch bereiken de Sectorraad Praktijkonderwijs steeds meer signalen dat kansrijk adviseren ook negatieve effecten heeft, vooral voor leerlingen van het praktijkonderwijs.

doorstroomtoets 4/8
Bij de doorstroomtoets is het niet mogelijk om een enkelvoudig advies pro te krijgen. Alle toetsaanbieders hanteren als laagste toetsadviescategorie pro/vmbo-bb. Dit leidt tot veel onduidelijkheid bij ouders en leerlingen. Hierdoor komen leerlingen soms in een schoolsoort terecht die niet bij hen past.

ov-kaart 5/8
Mbo-leerlingen hebben recht op een gratis ov-kaart, maar pro-leerlingen niet. Dat leidt tot kansenongelijkheid en ongewenste bijeffecten. Sommige pro-leerlingen kunnen niet op de meest passende plaats stagelopen, omdat hun ouders de reiskosten niet kunnen betalen. Soms gaan leerlingen vroegtijdig naar het mbo, omdat ze daar wel een ov-kaart krijgen, ook al is het niet de meest passende onderwijsplek.

inclusie 6/8
Het is van belang dat alle leerlingen kunnen meedoen in de maatschappij. Inclusie is dan ook een belangrijk onderwerp, waar veel over wordt gesproken. Praktijkonderwijs is al een inclusieve vorm van onderwijs. De scholen bieden maatwerkprogramma’s, waarbij de nadruk ligt op wat de leerling kan en wil. Ook werken de scholen veel samen met maatschappelijke partners. De pro-scholen lopen echter ook tegen grenzen aan. Een vorm van speciaal onderwijs zal dan ook altijd nodig blijven.

pro-mbo 7/8
Ongeveer de helft van de pro-leerlingen stroomt door naar een mbo-opleiding. Veel pro-scholen bieden de mogelijkheid om de entree-opleiding (mbo-1) in de laatste jaren van het praktijkonderwijs te volgen. Het examen wordt afgenomen door het mbo. De leerling kan daarna doorstromen naar mbo-2 op het mbo. Deze constructie is niet wettelijk geregeld. Momenteel loopt een wetstraject om de samenwerking pro-mbo alsnog wettelijk te verankeren.

netwerkcoördinatoren 8/8
De pro-scholen volgen de leerlingen nog twee jaar nadat ze zijn uitgestroomd. De school helpt bij het vinden van een passende baan. Elke arbeidsmarktregio heeft de mogelijkheid om een netwerkcoördinator aan te stellen. Deze onderhoudt de contacten tussen scholen en partners als gemeenten, werkgevers en het UWV. Er is echter nog geen structurele financiering voor de bekostiging van de netwerkcoördinatoren.